Professor Maarten Looijen heeft al weer een tijdje geleden de driedeling technisch beheer, functioneel beheer, applicatiebeheer bedacht. Inmiddels hebben we de termen een beetje aangepast en spreken we over IT-infrastructuurmanagement (IT-IM) , applicatiemanagement (AM) en business-informatiemanagement (BIM). Hoewel niet iedereen het daarmee eens is, zeggen velen ook: ITIL is het servicemanagement framework voor IT-IM. Na ITIL zijn ASL ontwikkeld als model voor AM en BiSL voor BIM. Maar mij bekruipt af en toe het gevoel dat we toch nog iets missen. Wordt het tijd voor CSL?
Nog niet zo lang geleden waren bestanden en databases één-op-één gekoppeld aan een applicatie. Daarom is het beheer en onderhoud van de datastructuren ook logischerwijs onderdeel van AM (en dus ASL). Verder zorgt IT-IM o.a. voor het opbouwen en bewaren van de bestanden en ziet BIM toe op de eisen en inhoud. Prima! Maar tegenwoordig zie je dat bestanden en data een geheel eigen leven leiden, los van die ene applicatie. Een database is niet meer één op één gekoppeld aan een applicatie. In ITIL en ASL hangen data en bestanden er maar een beetje bij en het belang van data groeit.
De reden voor het ontwikkelen van ASL naast ITIL was omdat het onderwerp “beheer en onderhoud van software” in ITIL niet goed uit de verf kwam. Het onderhouden van software is een ander vak dan het beheren van de technische productie infrastructuur. Maar hetzelfde geldt eigenlijk voor data. Medewerkers van organisaties brengen hun eigen Apps en devices mee en gebruiken de data in hun eigen omgeving. Bewegingen als Cloud, Smart devices, Apps en Big Data hebben geen duidelijke plek in de 3 beheerdomeinen van Looijen.
Mijn gevoel: het wordt tijd voor CSL (Content Services Library). Wie A(SL) en B(iSL) zegt, moet ook C(SL) zeggen.
Wie ideeën heeft melde zich rene.sieders@thelifecyclecompany.nl